OMGAAN MET TEELTSTOF
Zoals in de pagina veilig invoeren al is gesteld, wil men de gekochte koninginnen graag zo veilig mogelijk invoeren, zo komt er ook een moment dat u iets wilt doen met teeltstof van deze koningin. Er zijn een aantal mogelijkheden om tot een resultaat te komen. Men kan overlarven en dan;
-
A. de larven in een moerloze starter hangen.
-
B. de larven boven een moergoed volk hangen.
-
C. de larven in een moerloos volk hangen. Ook kan men een raat met eitjes en kleine larven, van de teeltkoningin, in een moerloos volk hangen en hierop doppen aan laten zetten. Die methode is niet echt zuiver omdat men niet precies weet wat de leeftijd is van de larven waarop de bijen een koninginnendop aanzetten.
-
D-Pleegvolk naar Broeder Adam.
In alle 4 gevallen kunt u na 5,5 dagen de doppen in een broedstoof hangen als u die bezit.
Methode A. Men dient over een starterkastje te beschikken. Dit kan voor een spaarkastmaat een 3-ramer of een 6-ramer zijn. Ook kan men een heel volk als starter gebruiken. Een starterkastje voorziet u van een gaasbodem zodat de bijen die men er in brengt voldoende zuurstof kunnen krijgen. U zorgt er voor dat er een raam met voer, een leeg uitgebouwd raam en een raam met stuifmeel voorhanden is. Voor het uitgebouwde raam gebruik ik vaak een honingkamerraam. U hangt het raam met voer aan een buitenkant zoals ook het raam met stuifmeel. Als het mogelijk is verzamelt men 4 tot 5 ramen met bijen uit een honingkamer. Via een zelfgemaakte trechter die op de drieramer past doet men de bijen in de drieramer. Er zullen niet veel bijen opvliegen omdat men als voorzorg de bijen met water heeft besproeid. Nu hangt u het honingkamerraam dat u met water heeft gevuld in het midden van het kastje. Omdat u een honingkamerraam gebruikt beschadigt u de bijen, die nog op een kluit midden in het kastje liggen, niet. U brengt nu de afdekplaat met gaten voorzien van doppen aan. Deze plaat met doppen bevindt zich met de onderkant op een afstand van ± 4cm boven de bovenlatten van de ramen. U zet het kastje op een rustige en niet te warme plaats. Na ± 2 uur kan het overlarven starten.
STARTERKASTJE |
Wanneer u de dopjes heeft voorzien van larven, controleert u direct daarna welke larven zijn aangenomen en welke niet. Bij mij zijn er altijd een aantal larven niet aangenomen. Hoe dit komt weet ik niet, maar ik veronderstel dat het aan mijn manier van overlarven ligt. De dopjes waaruit de larfjes zijn verdwenen voorziet u opnieuw van een larfje. Dit herhaalt u net zolang als mogelijk is, totdat u vaststelt dat praktisch alle dopjes zijn aangenomen. Ik gebruik kunststof dopjes in houdertje waardoor je kunt zien of de larfjes zijn aangenomen.(nicote-systeem) Na twee dagen zijn het mooie uitgebouwde doppen. Bovenstaand verhaal kunt u ook gebruiken bij een 6 raams starter, waar dan uiteraard meer bijen in moeten en waar u dan meer doppen kan laten aanzetten. (40 tot 60) Deze doppen kunt u in een moergoed volk boven het koninginnenrooster verder laten verzorgen. Dit volk noemt men de finisher. Een raam met jong broed en een raam met eitjes wordt boven het rooster gehangen voordat de teeltlat met doppen wordt aangebracht. Bij moer goede volken moet u niet meer dan 10 tot 12 doppen hangen.
Methode B: U kunt de larfjes ook rechtstreeks boven het rooster in een moergoed volk hangen. Meestal is de aanname niet zo groot dan wanneer u eerst de doppen in een starter laat beginnen. Op de plaats waar de teeltlat met larfjes wordt gehangen laat men een aantal dagen een vrije ruimte. Op deze plaats verzamelen zich veel jonge bijen wat goed is voor de aanname van de geplaatste larfjes. Zoals hierboven reeds is gememoreerd niet meer dan 10-12 larfjes geven. Ook kunt u deze methode gebruiken om de doppen na 5,5 dag in een broedstoof te hangen. Maar meestal zet men voor een broedstoof meer doppen aan.
Methode C: U kunt ook met een normaal volk een starter maken. 9 dagen voor het overlarven haalt u de koningin uit het volk en maakt daarmee een afleggertje. De bijen gaan zich spoedig moerloos voelen en zullen zogenaamde redcellen aanzetten. Die 9 dagen zijn nodig daar u dan zeker weet dat er geen open broed meer aanwezig is. Na 9 dagen breekt u de redcellen in het moerloze volk weg. U plaatst een teeltlat met 20 doppen en kijkt na 24 uur hoe de aanname is geweest. Is 80 tot 90% van de larven aangenomen dan hangt u de larven in een finisher. Belangrijk is dat er ruim voer voorhanden is. Een finisher is een normaal volk met een koningin in de onderste broedruimte gescheiden door een koninginnenrooster van de honingkamer,waarbij de honingkamer wordt gebruikt als ruimte om de larven verder te verzorgen. (zie methode A) U kunt van dit volk een continu-starter maken. Dan moet u 2 maal per week 2 ramen met uitlopend broed in het volk hangen. Heel belangrijk is dat u zeker weet dat er geen open broed meer aanwezig is.
Methode D : Pleegvolk naar Broeder Adam.
Alle ramen moeten komen uit kast twee. (dan weet u zeker dat er geen open broed meer aanwezig is. Alle bijen uit kast 1 worden nu voor kast 2 afgeveegd. De overgebleven ramen uit kast 1 verdeelt u over een aantal kasten op de bijenstand. Men wacht nu enkele uren voor u de twee teeltlatten met elk 30 larven in het volk hangt. Wanneer die na 5 dagen gesloten zijn kan men opnieuw twee maal 30 larven in het pleegvolk hangen. De doppen worden in dit geval meestal in een broedmachine gehangen, maar ze kunnen ook verdeeld worden over verschillende volken. Ik ken ook een teler die hangt op dat moment de 5 daagse doppen in sterke bevruchtingsvolkjes(zoals broeder Adam die had) U moet dan wel over een stand met veel bevruchtingskastjes beschikken die op dezelfde stand staan als het starter volk. Hangt u de doppen in andere volken let er dan op dat de doppen worden voorzien van een uitloophuls om te voorkomen dat de eerst uitgelopen koningin alles dood bijt. Wanneer u gebruik maakt van uitloophulzen denkt u er dan om dat u de hulzen na 5,5 dag of na 11 dagen plaatst. Tussen deze dagen is het onverstandig aan de doppen te komen. Als u na 11 dagen de hulzen plaatst is het niet onverstandig een paar jonge bijen in de gesloten huls te doen. Ook heeft u met de huls van nicote de mogelijkheid om water en voer te geven. (zie figuur)
Volgens Broeder Adam is het het beste om de koningin in het volk te laten uitlopen. Een nadeel is dat je de eerste selectie pas kunt uitvoeren wanneer de koninginnen in de bevruchtingskastjes zijn uitgelopen. Op het teeltstation Ameland passen we altijd de methode toe van het plaatsen van de doppen en daarmee het uitlopen van de koninginnen in de bevruchtingskastjes. Gaat u met uw bevruchtingsvolkjes naar een bevruchtingsstation toe, dan is het verstandig de koninginnen van te voren te merken. Alleen dan weet u zeker dat u uw eigen koningin terug krijgt. Ga naar een bevruchtingsstation als uw moeren 5 tot 7 dagen oud zijn. Dit vergroot de kans op een goede bevruchting. Als u vindt dat de bijen te lang vast zitten kunt u in de late middag de bijen laten vliegen. Dat is ook een goede gelegenheid om de koninginnen te merken. Ik hoop voor u dat de koninginnen er net zo uit zien als op het laatste plaatje. Veel succes!!!
De kleuren voor het merken van de koninginnen zijn als volgt; Jaren die eindigen op 0 en 5 Blauw; 1 en 6 Wit; 2 en 7 Geel; 3 en 8 Rood; 4 en 9 Groen.
Laatste bewerking: 8-8-2021