Van alle kanten bereiken ons berichten dat het lezen (en dus het begrijpen ervan) door velen als iets uitermate ingewikkelds wordt beschouwd. We weten dat dit nu juist niet het geval is en hopen dat dat voor u ook geldt, zeker na het lezen van het onderstaande.
Houd goed voor ogen dat een mensenstamboom totaal anders in elkaar zit dan een bijenstamboom.
Met een pedigree wordt een reeks namen (of cijfers) bedoeld, terwijl een stamboom een vertakkingstructuur heeft. Vaak worden beide begrippen door elkaar heen gebruikt.
Het lezen van pedigrees van Broeder Adam
Het is niet voor 100% zeker, maar hoogst waarschijnlijk was het Broeder Adam die met deze schrijfwijze voor bijen begon. In ieder geval hebben we geen andere bron kunnen vinden.
We nemen als voorbeeld de darrenlijn voor 2016 op Ameland. Daarbij willen we u er allereerst op wijzen dat de pedigree van bijen niet zondermeer te vergelijken is met een stamboom of pedigree van mensen. In een bijenpedigree wordt slechts de afstamming van de vrouwelijk lijn vermeld, aangevuld met de “vaders”
.
B30(GV) = imq .13-B307(FF) x A144(FF): .11-B62(FF) xB58(FF): .08-B371(FF) x Bmix08(FF): .06-B951(FF) hbff B117(FF): .04-B676(FF) hbff A113(FF): etc.
Nemen we het eerste gedeelte:
imq = imported mated queen = geïmporteerde bevruchte koningin – in dit geval van Fehrenbach (=FF).
B30(GV) = .13-B307(FF) x A144(FF): We lezen dat als volgt: de B30(GV) geboren als een dochter van de koningin B307(FF) en paarde met A144(FF). GV = importeur Gosse van de Velde.
De .13-B307(FF) x A144(FF) wil zeggen dat de B30(GV) in 2013 is geboren uit de B307(FF) en gepaard is in dat jaar met de darrenlijn A144(FF). Vervolgens is de B307(FF) zelf geboren in 2011 uit de B1162(FF) en paarde met de darrenlijn B58(FF).
N.B. Vaak wordt deze schrijfwijze gelezen als zou de B307(FF) gepaard zijn met de A144(FF). Hier wordt dan de vergissing gemaakt dat een bijenstamboom gelezen zou moeten worden als een menselijke stamboom met als gevolg dat een bijenstamboom totaal verkeerd geïnterpreteerd en niet begrepen wordt.
En zo kun je verder de hele lijn van moederlijke afkomst bepalen. De darrenlijnen zelf zijn weer terug te vinden bij de betreffende telers.
De letters, nummers en afkortingen betekenen het volgende:
B307(FF) B = Buckfast, 307 = het nummer van de kast waarin de betreffende koningin ondergebracht is,
(FF) = de afkorting van de telersnaam – hier Franz Fehrenbach
x = paart met ….
Bmix08(FF) = de darrenlijn d.w.z. darren van dochters van een mix van Buckfastvolken van Fehrenbach
Hbff = Fehrenbach mountain (Duitsland), is de afkorting van het bevruchtingsstation van Fehrenbach waar de darrenlijnen B117(FF) en A113(FF) stonden
A = Armeense afkomst van de koningin
Een pedigree in stamboomvorm:
Nu is het de bedoeling dat dochters van de B30(GV) de koninginnen zijn in de darrenvolken op Ameland voor het jaar 2016. Zij leveren de darren waarmee de jonge, nog maagdelijke koninginnen van de inzenders van bevruchtingskastjes bevrucht worden.
Het geheim van de darren
Waarom wordt er nu gesproken over de darren van dochters van de B30(GV)? Waarom wordt niet het volk met koningin B30(GV) op Ameland neergezet als darrenvolk? Wat is dus het “geheim” van deze darren?
Hieronder volgt een korte uiteenzetting van wat voor heel veel mensen (en dus ook voor veel imkers) min of meer onbegrijpelijk is, terwijl het toch slechts een klein hersenkrakertje is.
Wat is nu de oorsprong van de darren die in de al genoemde darrenvolken ontstaan. Darren worden geboren uit onbevruchte eitjes van hun moeder (een ontdekking door Dzierzon in 1834 (publicatie in 1845). Daarmee hebben de darren geen vader en dus ook geen grootouders van vaderszijde. Zij hebben natuurlijk wel grootouders van moederszijde.
Laten we de dochters van de B30(GV), Bxx(GV) noemen. Hierbij is xx het kastnummer waarin één van de darrenvolken huist. GV is de afkorting van naam van de teler: in dit geval G. v. d Velde.
Waaruit bestaan nu de genen in de darren?
Bxx(GV) in het rood is dus de moeder van de darren. Hetzelfde geldt voor de zusters van de Bxx(GV). De grootmoeder van de darrenvolken is B30(GV) De grootvader dus de A144(FF).
Koningin Bxx(GV) is een combinatie van een eicel (en daarmee de genen) van B30(GV) en van een zaadcel (en daarmee de genen) van A144(FF). Die combinatie heeft de koningin B30(GV) doen ontstaan. Die combinatie vormt haar lichaamsweefsel en dus ook haar eierstokken. De darren die uit haar (en uit haar zussen) ontstaan, ontwikkelen zich uit onbevruchte eitjes die uit die eierstokken komen. Zo’n onbevrucht eitje ontstaat daar via bepaalde celdelingen (reductiedelingen), waarbij uiteindelijk slechts de helft van het oorspronkelijke aantal chromosomen erin aanwezig is. Daardoor heeft een dar een “enkelvoudig chromosomenset” en dat laatste is een genetische deelcombinatie van de genen van zijn grootouders van moederszijde nl. B30(GV) en A144.
Voor de zussen van de Bxx(GV) geldt natuurlijk hetzelfde. Een twintigtal van deze zussen staat op Ameland opgesteld als darrenlijn. De darren die rondvliegen op Ameland zijn dan ook darren van dochters van de B30(GV) en samen worden ze aangeduid als “de darrenlijn B30(GV)”.
De ideale combinatie van het genetisch materiaal van koningin B30(GV) met haar paring met darren van dochters van de A144(FF), heeft ertoe geleid dat ze is uitgekozen als teeltmoer. Haar kleinzoons geven als darren op het Bevruchtingsstation Ameland haar genen en die van haar echtgenoten door.
Waarom nu zoveel darrenvolken?
Een jonge koningin paart met zo’n 10-20 darren, waarbij de laatstgenoemden tijdens de paring overlijden. Stel dat er een 500-tal koninginnen bevrucht moeten worden in de relatieve korte tijd van twee weken, dan moeten er 5000-10000 rijpe darren rondvliegen. De ontwikkeltijd voor een dar is vanaf het eistadium 24 dagen en daar komen dan nog minimaal 16 dagen overheen alvorens er van rijpheid kan worden gesproken. Lang niet alle darren zijn even rijp op het moment dat ze nodig zijn, lang niet elk darrenvolk doet evenveel mee in de paringen en elk darrenvolk kan slechts een beperkt aantal darren onderhouden. Daarom staat er op Ameland zo’n groot aantal aan darrenvolken waarin, door ingrepen van onze kant, een maximaal aantal darren ontstaat. Die totale populatie aan darren vertegenwoordigt het genetisch potentieel van de B30(GV) en de A144(FF).
Alle darrenvolken op Ameland zijn voorzien van de juiste koningin voor het nieuwe seizoen 2016. Zo ook de darrenvolken van de vrijwilligers die mogelijk naar Ameland gaan.
——————————————————————————————————————————-